dinsdag 24 januari 2012

Twitter in de klas?

Natuurlijk is het frontaal lesgeven en de interactie tussen docent en leerling en daarmee ook de overdracht van kennis en enthousiasme van de docent van cruciaal belang voor het onderwijs. Maar er is ook onderzoek dat laat zien dat niet alleen de docent, maar juist de combinatie van lesmethode en docent en student zorgt voor goede resultaten. De New York Times berichtte onlangs over een dergelijk experiment. In dit experiment van de University of British Colombia werden eerstejaarsstudenten verdeeld in 2 groepen. De controlegroep kreeg lessen op de standaard manier, met een docent die in een hoorcollege een verhaal vertelt, en waarbij studenten geacht worden aantekeningen te maken. De andere groep kreeg op een nieuwe manier les in groepen met interactie, discussie en quizzen. De resultaten in de laatste groep waren beter. Je kunt er van vinden wat je wilt, maar (digitale) interactie kan niet alleen tot meer betrokkenheid leiden, maar ook verlegen leerlingen over de streep trekken. CNN plaatste een video over een geschiedenisles met interactie op het digibord via Twitter. Kijk en huiver.





Twitter kun je natuurlijk ook prachtig benutten bij een taalopdracht. Onze leerlingen zijn zeer creatief in het gebruik van taal. Dat uit zich vooral in de taal die ze gebruiken tijdens het sms’en, pingen (is een vorm van Hi-speed Messaging tussen verschillende BlackBerry toestellen) of twitteren. Denk je maar eens in dat je een boodschap in 140 (Twitter) of 160 tekens (SMS) moet overbrengen. Het schriftelijk taalgebruik wordt hierdoor een zeer creatief proces en dat kun je natuurlijk heel goed gebruiken voor een les. Twitter dwingt de schrijver om na te denken over de essentie van zijn boodschap. Vaak blijkt die heel goed in een korte tekst te passen, of het nu gaat om nieuws, een vraag, een grap of een gedicht. 
Het 28ste Onze Taal-congres, gehouden in november vorig jaar, ging over het leren van taal. Hans Bennis (directeur Meertens Instituut) reageerde met zijn lezing op de veel gehoorde stelling dat de taalvaardigheid van leerlingen almaar slechter wordt. Bennis duidt deze nieuwe vorm van het Nederlands graag aan met de term Korterlands. Bennis wijst erop dat hoewel het lijkt alsof de schrijver van het bericht willekeurig wat letters uit zijn hoge hoed heeft getoverd, hij toch ook een ‘grammatica’ volgt. Een poëzieopdracht met deze beperkingen in het aantal tekens ligt voor de hand. Een tweet op rijm noem je een twijmpje. Een twijmpje concentreert zich rond één thema, meestal slechts een enkel woord. Ergens in het twijmpje moet dit thema, voorzien van een hashtag (#), worden gebruikt. In de les geef je de leerlingen de opdracht een twijmpje te bedenken en deze binnen een bepaalde termijn (een week) daadwerkelijk op Twitter te plaatsen. Spreek een herkenbare hashtag af, of maak een speciaal account aan, zodat er geen verwarring met andere berichten kan ontstaan. Je kunt met een widget waarbij je alleen jouw gekozen hashtag laat passeren het project openbaar maken op bijvoorbeeld onze schoolwebsite.
Op SMS-Taal vind je woordenboeken, lesmateriaal en publicaties. In de Mediatheek kun je de uitgave van Sofie Cerutti, SMS-gedichten, lenen. Cerutti heeft ook een site waar je lesmateriaal kunt downloaden. Ook Kennisnet heeft in het dossier mediawijsheid een pagina Twitter in de klas.
Over creatief taalgebruik gesproken: lees ook eens het overzicht van hedendaagse spreekwoorden met daarbij de uitleg, verzameld via Twitter met de hashtag #modernespreekwoorden. Eburon heeft een gratis E-book hierover.


Maar hoe doe ik dit nu allemaal, ik heb helemaal geen twitteraccount? Eerder al linkte ik naar handleidingen voor Twitter(zie tag Twitter). Er is nog een handleiding die ik hier onder de aandacht wil brengen en een introductie op video. Aan de slag dan maar? Als je met Twitter in je les bezig gaat laat dan je bevindingen hier achter onder Reacties.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten