dinsdag 26 november 2013

Lezen voor je date

Nederlandse basis- en middelbare scholieren hebben in vergelijking met kinderen uit andere landen een negatieve houding tegenover het lezen. Hun gemiddelde leesattitude schommelt rond ‘neutraal’. Als kinderen ouder worden, gaan ze lezen als minder leuk beschouwen, aldus Leesmonitor. De Leesmonitor is een initiatief van Stichting Lezen, het kennis- en expertisecentrum voor leesbevordering en literatuureducatie. Amerikaanse cijfers uit dezelfde periode benadrukken dat de Facebook generatie juist veel leest. 83 procent van de Amerikanen tussen de 16 en 29 jaar heeft het afgelopen jaar een boek gelezen. 76 procent van hen zegt ook wel eens voor eigen plezier te lezen. Ook van de bibliotheek wordt vaak gebruik gemaakt. 60 procent van de Amerikanen onder de 30 bezocht een bibliotheek. Dat blijkt uit recent onderzoek van Pew Research Center's Internet and American Life Project naar het leesgedrag van Amerikaanse jongeren en het gebruik van de bibliotheek.
Recent onderzoek toont dit ook voor Nederland aan: “62 procent van de jongeren vindt het lezen van boeken een leuke vrijetijdsbesteding. Dat neemt toe als ze ouder worden: jongeren van 21 tot 25 jaar vinden lezen significant leuker dan jongeren van 14 tot 20 jaar. Jongvolwassenen zijn ook de meest fervente lezers. Waar de leesfrequentie tussen 14- en 20-jarige leeftijd gestaag afneemt, begint deze vanaf het 21e levensjaar weer te klimmen.”
Stichting Lezen publiceerde onlangs De aarzelende lezer over de streep. Lezen draagt in belangrijke mate bij aan een succesvolle schoolcarrière van kinderen. “Maar lezen is voor lang niet alle kinderen vanzelfsprekend, velen hebben een steuntje in de rug nodig.” De bundel is het resultaat van het wetenschappelijk congres van Stichting Lezen eind 2012. De auteurs belichten in de hier gebundelde bijdragen verschillende aspecten van de leesontwikkeling van aarzelende lezers. Waaruit bestaat die aarzeling eigenlijk? Is het niet willen of niet kunnen lezen? En wat is de rol van het aanbod? De bijdragen bieden theoretische achtergronden en resultaten van onderzoek, maar sluiten steeds af met de voor de praktijk meest relevante vraag: hoe bereik en stimuleer je de aarzelende lezer? Een en ander heeft in elk geval geleidt tot een steeds groter wordende Nederlandse (digitale) hausse rond jongeren en lezen.

Een aantal (digitale) voorbeelden: om het lezen op de basisschool te stimuleren is onder meer Yoleo ontwikkeld. Yoleo is een online leesspel dat bedoeld is om kinderen van 8 tot 12 jaar zelfstandig en met plezier is laten lezen. In een hybride boek staan de combinatie van de tekst van het boek, de auditieve ondersteuning door het voorlezen van de tekst door een menselijke stem en een gele meeleescursor (‘karaoke-lezen’) per woord centraal. Deze hybride vorm is uniek in Nederland en werkt vooral positief bij kinderen die lezen lastig vinden, aldus Informatie Professional dat hierover in november berichtte.
Boek en Jeugd Online is een doorzoekbare database, waarin een ruime selectie jeugdboeken is opgenomen. Het gaat daarbij om de mooiste, leukste of meest bruikbare titels uit het grote aanbod van kinder- en jeugdboeken. Maar er is meer, veel meer. Een (lang niet volledig) overzicht: voor de eerste stappen op weg naar literatuur is er Youngadults. Young Adult boeken (D) sluiten zo veel mogelijk aan bij de jonge lezer. Vaak is de hoofdpersoon een jongeren en gaat het over zaken die jongeren bezighouden en waarin ze iets van zichzelf herkennen. Thema’s als verliefdheid, seks en volwassen worden staan vaak centraal.
Ook bibliotheken doen hun best. Hier een voorbeeld van de Bibliotheek Zuid-Hollandse Delta: “Lezen voor de lijst kan leuk zijn, als je maar het juiste boek vindt... Er zijn heel handige sites die je kunnen helpen bij het kiezen van een boek of het maken van een boekverslag. Een heel handige site is de Boekenzoeker, geef aan waar je van houdt en de Boekenzoeker levert je kant-en-klare titels aan!” Zit je op de HAVO of op het VWO dan vindt je geschikte tips op Leesmij.nu. Deze site geeft je boekentips met filmpjes en extra informatie om je op weg te helpen. “Het is een webplek waar korte filmpjes de bezoeker uitnodigen tot lezen, waar je kunt ontdekken of een boek iets voor jou is.” Op de website worden op dit moment 45 titels gepresenteerd.
Als VMBO'er moet je een fictiedossier aanleggen. Een handige hulp daarbij is VMBO Fictiedossier. Hier wordt veel met beelden gewerkt, waardoor het zoeken makkelijker gaat. De titels zijn geschikt voor de lijst. Voor het VMBO is er ook (het betaalde) Leescase. Leeskr8! is bedoeld voor leerlingen uit de onderbouw vmbo en praktijkonderwijs in de leeftijd van 13–15 jaar. Doel is Het vergroten van het leesplezier (fictie en non-fictie) bij jongeren en het vergroten van de woordenschat en de innerlijke wereld en verbeeldingskracht. Er is verder nog Lezen voor de Lijst met niveau-indeling en bij De Weddenschap dagen drie Bekende Nederlanders scholieren uit drie boeken te lezen in een half jaar tijd. Dat doen zij zelf ook. De uitdagers van dit jaar zijn Pierre Wind, Stacey Rookhuizen en Mamoun Elyounoussi. Kies voor De Weddenschap boeken die je leuk vindt, er zijn zelfs prijzen te winnen! Elk Nederlandstalig boek is geschikt als het maar past bij je leeftijd. Wie drie boeken heeft gelezen maakt kans op een van de prijzen.
Op Facebook hebben we nog de Leesfabriek. De Leesfabrieksite wordt gerund door een aantal bevlogen redacteuren tussen de 15 en 25 jaar met een gedeelde passie voor lezen. Interviews, boekrecensies, nieuws en actualiteiten, de Leesfabriek levert op allerlei manieren. De Leesfabriek heeft via social media een groot digitaal netwerk voor jonge (15-25) boekenlezers uitgezet. Naast een Facebookpagina is De Leesfabriek ook actief op Twitter en heeft een eigen YouTube-kanaal.



Vanaf 1 mei 2013 kan de literair geïnteresseerde jongere ook nog terecht op passionateplatform, een plek waar primaire en secundaire literatuur in al haar verschijningsvormen te ontdekken is. Naast interviews, verhalen, strips, poëzie en recensies, is er veel ruimte voor multimedia en uitgebreid aandacht voor jong literair talent. De inhoud wordt verzorgd door een vaste redactie, ondersteund door gastredacteuren en -bloggers. Passionate Bulkboek is dé landelijke organisatie op het gebied van Nederlandse letteren en jongeren. Het platform is een logisch vervolg op het papieren Passionate Magazine, dat altijd al veel aandacht besteedde aan de multimediale aspecten van de literatuur, en aan de grensgebieden tussen literatuur en andere disciplines zoals journalistiek, film, muziek en strips. Niet meer gebonden aan een aantal pagina’s en verschijningsdata, is de content nu overal te bekijken en altijd actueel.

Misschien is een initiatief van het Letterkundig Museum en het Nationale toneel nog de meest aansprekende wijze om jongeren aan het lezen te krijgen. De educatieve website die aan het initiatief is gekoppeld is werkelijk geweldig. PrimaOnderwijs : “De educatieve site stimuleert een gesprek over morele en maatschappelijke dilemma’s en prikkelt om Harry Mulisch’ meesterwerk te (her)lezen.” 

In de Mediatheek merken wij - en ook docenten klagen hier over - dat jongeren steeds minder vaak (lange stukken) lezen. Of dat nu fictie of non-fictie is, stukken groter dan wat op een gemiddeld beeldscherm past, worden als moeilijk ervaren. Mediathecarissen zullen ook onmiddellijk de situatie herkennen waarin leerlingen zeggen: “Een papieren encyclopedie? Ik ga toch niet dat hele boek lezen …!?” 
Hebben wij in het onderwijs te lang genoegen genomen met knip en plakwerk van kleine stukken tekst uit Wikipedia en andere, meer dubieuze bronnen? Zijn wij zelf een tijd een beetje in de (digitale) war geweest? Ik weet het niet, maar hoop dat docenten meer aandacht krijgen voor dit probleem (en dan bedoel ik niet alleen de docenten Nederlands).

Tot slot: Misschien kan dit argument uit de New York Times jongeren over de streep helpen, want wist je dat je beter voorbereid bent op bijvoorbeeld een blind date als je serieuze literaire fictie hebt gelezen?

Zie ook: Lees mij! en Jongeren en leesbevordering

dinsdag 19 november 2013

Online privacy

Mogen anderen eigenlijk weten met welke zoektermen jij gisteren hebt gezocht? En, ben jij iemand die zich er over verbaast dat iedereen zo maar kan zien wat jij op sociale media hebt gezet? Als je offline met een vriend over een kennisje roddelt, doe je dat dan in een open microfoon? Natuurlijk niet, lijkt mij, maar in het dagelijks offline leven is de scheidslijn tussen privé en publiek blijkbaar veel duidelijker dan online. Er is geen mens, die bij het aanmaken van een nieuw account, aarzelt bij het aanvinken van ‘akkoord’ zonder eerst de voorwaarden te hebben gelezen. Toch zou je bijvoorbeeld nooit zo maar je paspoort of id-kaart uit handen geven. Tenminste, daar ga ik dan maar van uit. Je laat - neem ik aan - ook je deur niet openstaan als je ‘s ochtends weg gaat. Ruim 80% van de jongeren onder de 20 jaar gedraagt zich op internet echter wel op een onveilige manier. Zo gebruiken ze bijvoorbeeld hetzelfde wachtwoord voor al hun accounts. Ze houden geen rekening met de bescherming van hun persoonsgegevens en ze maken slechts zelden een back-up. Dit blijkt uit het vorig jaar gehouden onderzoek 'Onderhoud en veiligheid van uw digitale omgeving' van leerlingen van het ROC ID College in Woerden (Bron: Informatie Professional). Ander onderzoek wijst uit dat jongeren van 12 tot 16 zichzelf wel verantwoordelijk vinden voor een veilige en sociale internetomgeving. Daarnaast leggen ze een deel van de verantwoordelijkheid ook neer bij de overheid en bedrijven die sites exploiteren (Safer Internet Day, 2013).

Privacy ligt online dus allemaal wat ingewikkelder en het kost ook nog eens veel tijd om je er in te verdiepen waar en hoe de privacyinstellingen van alle apps en software werken. Toch is het heel belangrijk om je daar meer bewust van te worden, want je kunt zelf een hoop doen. De consumentenbond heeft een goede, duidelijke handleiding uitgegeven getiteld Online Privacy: onbespied op internet (in de Mediatheek te leen). Met deze handleiding kun je er voor zorgen dat ook jouw digitale leven privé blijft en je daardoor in elk geval niet in de problemen komt. En pas daarbij dan ook je offline gedrag aan want wist je bijvoorbeeld dat als je jouw computer onbeheerd achterlaat, je wachtwoord laat rondslingeren of iemand over jouw schouder laat meekijken, diegene die hiervan misbruik maakt niet strafbaar is? Het boek behandelt verder alle onderwerpen rond privacy en wetgeving, maar ook welke instellingen aangepast moeten worden voor het veilig surfen, e-mailen en onderhouden van contacten op de bekende vriendensites. Naast het werken op je pc wordt er ook aandacht besteedt aan het mobiele internetgebruik binnens- en buitenshuis en het gebruik van een smartphone.

Naar aanleiding van het boven genoemde onderzoek van het ROC is in samenwerking met ICTWaarborg Nederland Veilig Online opgezet. Hier vind je veel informatie, maar je kunt ook beginnen met de checklist privacy die de Consumentenbond op internet heeft gezet. Je komt dan tevens bij een stappenplan om je Facebook veiliger te maken. De consumentenbond heeft ook video’s online gezet die bij het boek Online Privacy horen. In luttele minuten worden cookies en tracking uitgelegd en wordt je stap voor stap verteld hoe je je instellingen kan veranderen. Dankzij de vele tips en stappenplannen met duidelijke illustraties en verwijzingen naar instructiefilmpjes op de website van de Consumentenbond kan iedereen zich op alle fronten wapenen tegen een inbreuk op zijn online-privacy.

Er zijn intussen zeer vele initiatieven om je bewust te maken van het beschermen van je online veiligheid. Meer algemeen gaat mijnprivacy van het College bescherming persoonsgegegevens in op de bescherming van je persoonsgegevens. Hier vind je echter ook informatie over privacy op internet en wat je kunt doen als die wordt geschonden. Bits of Freedom (BOF) is een burgerrechtenbeweging die opkomt voor vrijheid en privacy op internet. Deze grondrechten zijn onmisbaar voor je ontplooiing, technologische innovatie en de rechtsstaat, aldus BOF. Maar die vrijheid is niet vanzelfsprekend. Je gegevens worden opgeslagen en geanalyseerd. Je internetverkeer wordt afgeknepen en geblokkeerd. Bits of Freedom zorgt ervoor dat jouw internet jouw zaak blijft, aldus de organisatie Je kunt ook hier veel informatie vinden om ook vrij te kunnen blijven mailen, surfen en bloggen. Kijk in elk geval eens naar de tools die jouw voetsporen verkleinen.

Veilig internet voor kinderen is een van de focusgebieden binnen de programmalijn Digiveilig vanuit haar rol als Nederlands Safer Internet Centre, gecofinancieerd vanuit het Safer Internet Programme van de Europese Commissie . Binnen Digiveilig worden (voorlichtings)activiteiten ingericht om kinderen, ouders en docenten bewust te maken van online gevaren en de maatregelen die zij hier tegen kunnen nemen. Wil je meer informatie over wat je als privégebruiker allemaal nog meer kunt doen, kijk dan ook eens op Digibewust, onderdeel van het programma Digivaardig en Digiveilig.

Verder kun je - zoals je bij de tools van BOF al zag - je zoekmachine aanpassen. Al langer bestaat startpagina van Ixquick, waar je gewoon de webresultaten van Google krijgt in volledige privacy. Onlangs werd Disconnect gelanceerd, dat je als extensie in je Chromebalk kunt zetten. Standaard kun je dan zoeken met Disconnect Search.



Ook Blippex is nieuw. De makers van Blippex waarderen sites op basis van de tijd die mensen er doorbrengen. Het gaat niet om links tussen machines, maar wat mensen interessant vinden. Blippex biedt verder veel meer privacy dan Google Search. Blippex legt geen IP-adressen en eerder bezochte sites van gebruikers vast, maar houdt alleen bij hoe lang iemand op een site verblijft (Informatie-Professional, 08-2013).

Nadat je alles veilig hebt ingesteld en je je gedrag hebt aangepast kun je toch nog in de problemen komen. Bij problemen als pesten en lastigvallen gebruik je de Meldknop. Deze staat standaard als link op elke pc op school onder Mediatheek. De Meldknop kan nog wel wat meer naamsbekendheid gebruiken want uit onderzoek, waarin onder meer de Meldknop werd geëvalueerd, bleek dat slechts twee op de tien jongeren en ouders wel eens van de Meldknop hebben gehoord.

Zie ook: Panopticon - de docu over jouw privacy (57 min.) of het Belgische Click Safe
Meedoen aan een MOOC over online privacy?

woensdag 13 november 2013

Toekomstvisie



Bovenstaande video is weliswaar al weer ‘oud’ nieuws, maar komt nog steeds een beetje als science fiction over. Of wij in de toekomst overal zo gaan winkelen hangt natuurlijk van heel veel factoren af, maar technisch gezien is het in elk geval mogelijk. We hebben in de Mediatheek nogal wat boeken en dvd’s over hoe de toekomst er uit zou kunnen zien met nieuwe technologieën. Groeten uit 2030 bijvoorbeeld is een zeer leesbaar (ook middenbouw) en onlangs door de Mediatheek aangeschaft boek van Jan Paul Schutten. De auteur duikt de wondere wereld van de wetenschap in en laat zien wat er in de toekomst allemaal mogelijk is. Die toekomst wordt voor een groot gedeelte vormgegeven door vergaande digitalisering. Wat betekent dat voor onze huizen, welke energie wekken we op, kunnen we straks nieren printen en wat gaat robotica betekenen? 

Het gaat hard. Die snelheid van steeds maar verder oprukkende digitalisering beroert natuurlijk ook het onderwijs. Eindelijk heb je een mooi dichtgetimmerd mediaprotocol voor je school waarin je alle zaken bij naam hebt genoemd en duidelijke regels hebt opgesteld. Tevreden leun je achterover en dan …? Hoewel het verbod op smartphones goed wordt nageleefd op je school blijken er toch foto’s gemaakt in de les. Misschien niet aan de smartwatch gedacht?



Konden we maar in de toekomst kijken. Dat kunnen we helaas niet, maar we kunnen wel trends aangeven die direct zullen inwerken op onze Vrije School beginselen. Wat zijn enkele van die trends waar wij als Vrije Scholen mee te maken kunnen krijgen?

Wifi kinderen
Kinderen ‘spelen’ steeds jonger met mobiele devices. Uit onderzoek, dat in mei van dit jaar werd uitgevoerd onder 1000 ouders met kinderen tussen 0 en 7 jaar door Mijn Kind Online (in opdracht van Mediawijzer.net), blijkt dat 1 op de 3 één-jarige kinderen geregeld of vaak op een tablet speelt. In 2012 was dit nog 1 op de 8 één-jarigen. Bij de driejarigen is dit zelfs al meer dan de helft van de kinderen. Vooral educatieve spelletjes, geheugenspelletjes en filmpjes zijn populair. Het merendeel van de ouders is positief over mediagebruik van hun kinderen. Ze zeggen dat het goed is voor de ontwikkeling van hun kind en voor later op school. Cijfers uit Engeland bevestigen deze trend. Ook wij zullen dus meer en meer leerlingen op school krijgen voor wie digitaal mediagebruik al op vrij jonge leeftijd normaal is. In plaats van de wereld voelend en spelend te ontdekken bewegen deze kinderen juist veel minder en spiegelen zij zich aan een tweedimensionale wereld. 

Mobiele leven 
Extend Limits, dat zich bezig houdt met trendwatching en toekomstdenken, richt zich op het toegankelijk maken van signalen, trends en ontwikkelingen die bepalend zijn voor de toekomst. Mobile society is volgens Extend Limits een trend waarin mobiel handelen centraal staat. Steeds meer aspecten van ons leven worden beïnvloed door mobiele technologie. Je moet dan denken aan bijvoorbeeld apps en het mobiele internet. ‘Mobile society is de trend dat ons functioneren steeds afhankelijker wordt van mobiele technologie en verrijkt door mobiele dienstverlening die daadwerkelijk contextueel en persoonlijk is’, aldus Extend Limits. Dit alles zal invloed hebben op de wijze waarop we onze dag indelen en onze tijd besteden. Het CBS geeft wat cijfers. De sturing van eigen gedachten, gevoelens en wilsimpulsen en het onderscheid tussen de eigen binnenwereld en de buitenwereld van opgroeiende kinderen raken hiermee in de verdrukking. 

Access-soires
Steeds meer ‘gewone’ (gebruiks)voorwerpen als brillen (Google Glass), horloges en ook kleding krijgen een digitale component. Hier zul je op school duidelijke afspraken over moeten gaan maken en gezien de snelle ontwikkelingen dienen protocollen dan ook niet te specifiek zijn. 



Bloei van de beeldcultuur
Extend Limits: De beeldcultuur wordt officieel omschreven als een maatschappelijke ontwikkeling waarbij visuele beelden een indringende rol spelen in communicatieve situaties. De beeldcultuur bestaat al jaren maar versnelt nu door nieuwe technologische mogelijkheden. De beeldcultuur is een duidelijke trend binnen communicatie. We denken en doen steeds meer in beeld. Wat gebeurt er echter als tekstuele communicatie onder druk komt te staan? Kunnen leerlingen straks nog de concentratie opbrengen om een heel boek of artikel te lezen? En wat betekent dat voor ons onderwijs? En dan is er ook nog Manfred Spitzer, een Duitse psychiater. Hij betoogt in zijn boek Digitale Dementie: hoe wij ons verstand kapotmaken dat kinderen leren van werkelijk contact met mensen, van echte ervaringen – en niet van beeldschermen überhaupt. Hoe nemen wij stelling?

Mobiel leren 
Heeft te maken met de beschreven bloei van de beeldcultuur. Je bent momenteel als docent al lang niet meer de enige leverancier van kennis. Eerder al schreef ik over de Massive Open Online Cources en de Kahn Academy die voor iedereen beschikbaar zijn op het internet. Jongeren zoeken en bieden zélf informatie middels hun eigen online platformen. Deze platformen zullen voor de buitenwacht steeds meer onzichtbaar én ontoegankelijk zijn. Wie goed naar zijn leerlingen luistert weet dat zij ondertussen naast de gewone docent onderling ook gebruik maken van docenten die hun lessen en uitleg van een bepaald onderwerp online hebben gezet. Sommige scholieren bekijken filmpjes via YouTube ter voorbereiding op hun examen, anderen gebruiken HuiswerkTV. Op virtuele platforms vinden experts en leerlingen of geïnteresseerden elkaar. Wat zal dit gaan betekenen voor de relatie docent-scholier?

3D printen
De hype van dit moment is 3D printen. Alhoewel de basis van het huidige 3D printen al in de jaren zeventig van de vorige eeuw werd gelegd, gaat het nu heel snel en wordt soms gesproken van de Derde Industriële Revolutie. Als we naar het productieproces van goederen kijken wordt ontwerpen (de fase waarin bijvoorbeeld Nederland goed is) hiermee veel belangrijker. De productie wordt steeds minder waardevol en hoeft ook niet meer in lage lonen landen plaats te vinden.
Liever 3D printen dan blijven figuurzagen kopte Trouw op 1 Oktober van dit jaar. Daarmee doelt de krant op het voorstel van Tweede Kamerlid Anne-Wil Lucas om kinderen op de lagere scholen niet te leren figuurzagen, maar te onderwijzen in het ontwerpen van 3D-modellen. Lucas kijkt naar Engeland waar de Britten op hun scholen het onderwijs in 3D-modelleren willen integreren. Engeland wil ver gaan: Kinderen vanaf 5 jaar krijgen vanaf 2014 technologielessen waarin ze leren over de laatste ontwikkelingen. Tussen 5 en 7 jaar leren ze met met verschillende middelen hoe ze structuren kunnen bouwen. Vanaf 7 jaar krijgen ze een introductie over het gebruik van elektronische systemen in producten. Op het voortgezet onderwijs moeten kinderen zelf producten ontwerpen en presenteren. 3D-printers komen standaard in elke school. Op 21 Britse scholen wordt nu met steun van het ministerie van Onderwijs geëxperimenteerd met 3D-printers. Binnenkort worden voor zestig andere scholen 3D-printers aangeschaft. De al eerder aangehaalde Extend Limits ziet de consument in de toekomst ook producent worden. Technologie zorgt ervoor dat het creatieproces steeds toegankelijker wordt en de ongelimiteerde toegang tot kennis en kunde maakt dat de creatieve geest van een ieder kan uitmonden in producten. De 'Do It Yourself' trend ontwikkelt zich naar een trend van grenzeloos creëren. Maar ..., in plaats van figuurzagen?

Star Trek nu
De zichtbare grens tussen technologie en mens verdwijnt. Dit houdt in dat de menselijke natuurlijke gebreken en/of zwakheden door technologie steeds vaker worden opgeheven. Technologie komt in het menselijk lichaam terecht en kan hiermee lichamelijke functies versterken, verbeteren, ondersteunen enzovoort. Belangrijk aspect binnen deze trend is de grens van wat wel en wat niet ethisch acceptabel is. Extend Limits noemt deze trend de Rise of Humanware. Tegenlicht wijdde een aflevering aan de Techmens.

Herwaardering offline
Onlangs nog was in het nieuws dat de student Bram van Montfoort een heel jaar leefde zonder online te zijn. Hij maakte aan het begin van zijn project bekend een jaar zonder internet en mobiele telefoon te willen leven. Als experiment, want hij merkte dat hij meer en meer online was. Om de haverklap checkte hij Facebook, Twitter en Gmail en ook nog even YouTube om te kijken hoe vaak zijn filmpjes waren bekeken. Hij kon zich geen leven zonder internet voorstellen. Nu heeft hij er een (papieren) boek over geschreven. De auteur doet uitgebreid verslag van zijn ervaringen, hoe boeken, telefoon, radio en televisie weer belangrijk worden, net als de bibliotheek en brieven schrijven, maar ook dat hij eenzaam is, want hoe spreek je af? Studiepunten halen ging veel sneller, want hij had nu zeeën van tijd. Bij Extend Limits heet de trend Contra Digitaal. Je kunt op de site ikbenoffline het offline ganzenbordspel aanvragen als je ook moeite hebt met het inlassen van een Sociale Media pauze. ‘Ben jij geneigd om elke minuut je mobieltje te checken? Slaap je soms te weinig omdat je te lang online bent? Vind jij jezelf verslaafd aan Sociale Media? In al die gevallen maakt het offline ganzenbordspel social media stress bespreekbaar’, aldus de site.
In deze trend passen ook stilteruimtes binnen scholen waar je geen gebruik mag maken van internet en mobiele apparaten. Ook onze school werkt momenteel aan (bouw)plannen om een dergelijke permanente stilteruimte te faciliteren.

Het zijn zo maar wat trends die onze school en ons onderwijs zeker gaan raken. Misschien heb je aanvullingen of heb je een mening over enkele van de gesignaleerde trends? Reageer! 

Voor nog meer toekomst : Simplyzesty

dinsdag 5 november 2013

Help, het aardgas is op! Lesmateriaal over energie.

Wat als het aardgas op is? Gas, maar ook olie en kolen zijn niet meer genoeg voorradig om in onze toekomstige energiebehoefte te voorzien. Welke energiebronnen zijn betaalbaar, beschikbaar en duurzaam genoeg om aan de groeiende vraag naar energie te voldoen? Het is een complex vraagstuk dat ook nog eens van veel factoren afhankelijk is. De vraag wordt behandeld in de film Energy Future uit 2011, een film over de voor- en nadelen van de belangrijkste energiebronnen uit onze energiemix tussen 2011 en 2030. De film werd gemaakt op initiatief van onder meer Shell en Watt nu? in het kader van het Energy Future programma (2011). Het is een prima inleiding voor leerlingen die zich in deze materie willen verdiepen.
Het Energy Future programma is ontwikkeld voor iedereen die geïnteresseerd is in en zich betrokken voelt bij de huidige en toekomstige energievoorziening. Uit het Rapport Kennis over en de houding ten opzichte van energievoorziening van de Nederlander (2011, Synovate). blijkt dat dit bijna de helft (46%) van de Nederlanders betreft. “Bij het Nederlandse publiek blijkt zorg en onduidelijkheid te bestaan over de toekomst van onze energie. Daarom heeft onder meer Shell het programma zo ontwikkeld dat het voor iedereen toegankelijk is, inspireert en open staat voor visies. Ook de visies van andere partijen,” vertelt Dick Benschop. President-directeur Shell Nederland B.V., Hij lanceerde in september 2011 het Energy Future programma. “Met onder andere deze informatieve film willen we bereiken dat de kijker denkt: vandaag heb ik iets nieuws gehoord en dat zet mij aan het denken over energie.” 



Jongeren zijn al redelijk op de hoogte als het gaat om energievraagstukken. Ze denken bij energieopwekking met name aan duurzame energiebronnen en zijn ze goed op de hoogte van welke activiteiten veel energie kosten. In 2012 is er onderzoek gedaan naar de houding van jongeren van 17 tot 27 jaar tegenover het gebruik van energie. Vier op de tien jongeren zijn bezorgd over de toekomstige energievoorziening al vinden ze ook dat de verduurzaming van de energievoorziening met name een taak voor de overheid en energiemaatschappijen is. Ook vinden ze dat de overheid duurzame energievoorziening en de ontwikkeling daarvan moet stimuleren. Veel jongeren nemen energiebesparende maatregelen maar veel maatregelen worden ook niet genomen. Zo laten bijvoorbeeld nog veel jongeren hun oplader in het stopcontact zitten als de telefoon al opgeladen is. Jongeren geven zichzelf wel een hoger rapportcijfer dan hun directe omgeving of heel Nederland als het gaat om duurzaamheid. Zij zijn verder verdeeld als ze moeten kiezen tussen lagere energiekosten en schone energie. Het rapport biedt een keur aan onderwerpen waarover kan worden doorgepraat in de les.
De talkshow Watt nu? kan bij het structureren van de discussie misschien ook nog richtlijnen geven. Het is een programma over de energietoekomst van Nederland dat op RTL XL wordt uitgezonden. Je kunt het prachtig inzetten in je les. Met de Energy Mixer kun je na het invullen van negen vragen de eigen energiemix van je leerlingen samenstellen. Leerlingen kunnen verder aan het werk met vragen of toetsen bij de film Energy Future.
In het Energietransitiemodel kunnen de leerlingen hun keuzes voor de energietoekomst zelf in kaart brengen. Bovendien helpt het model om de consequenties van alle mogelijke keuzes op het gebied van de energietransitie - de overvang van vuile eindige energiebronnen naar schone duurzame bronnen - realistisch weer te geven. Je begint eerst met de basisversie, een game waarmee de leerlingen met een realistisch model scores kunnen behalen. Als je uitgespeeld bent op het eerste niveau van het spel kun je door naar het echte werk en een energietoekomst bouwen met de professionele versie. Neem eerst een kijkje bij bestaande scenario’s in de professionele versie. Daarna kun je zelf een scenario maken met het Energietransitiemodel pro. Dit model is wel behoorlijk pittig en wordt ook door professionals gebruikt. We hebben het steeds over de energietoekomst van Nederland, maar de energiestrategie voor heel Europa vind je hier.

Wil je de leerlingen eerst nog meer kennis laten vergaren over verschillende energiebronnen? Er zijn prachtige sites over de geschiedenis en de toekomst van het aardgas in Nederland, over windenergie, blauwe energie, zonne-energie uit water (blauwe energie), het nul-energie huis en Schooltv heeft een klimaatdossier met veel informatie. Een scheikundige invalshoek biedt Fuel AlternativesVoor leerlingen in de middenbouw is er nog energiegenie en het Eneco windlab.

Zie ook: Wat doen we straks als onze fossiele brandstoffen op zijn?