Misschien zijn jullie trouwens zelf al eens uitgenodigd om enkele dagen via de pc een congres of online cursus bij te wonen. Misschien bij de onlangs gehouden MOOC van Kennisnet over e-learning. Zo niet, dan gaat dat ongetwijfeld komen. Wie goed naar zijn leerlingen luistert weet dat zij ondertussen naast de gewone docent onderling ook gebruik maken van docenten die hun lessen en uitleg van een bepaald onderwerp online hebben gezet. Sommige scholieren bekijken filmpjes via YouTube ter voorbereiding op hun examen. Op virtuele platforms vinden experts en leerlingen of geïnteresseerden elkaar en honderdduizenden studenten nemen ondertussen deel aan bovengenoemde gratis online colleges bij universiteiten. Nederland sluit zich ook aan. Zo maar wat voorbeelden: Universiteit Leiden biedt via Coursera The Law of the European Union: an Introduction aan en de Universiteit van Amsterdam staat sinds begin september ook online op Coursera met werelds eerste introductie in de communicatiewetenschappen.
Vanaf 2014 wordt het nog eenvoudiger om cursussen te zoeken en vinden, dan gaat het overkoepelende MOOC.org van start. Google en de non-profit educatieorganisatie EdX hebben MOOC.org onlangs gelanceerd, het moet hét platform voor online colleges worden. Vanaf medio 2014 kunnen geïnteresseerden colleges en cursussen aanbieden via MOOC.org. Het is de bedoeling dat het platform het aanbieden van online onderwijs net zo gemakkelijk maakt als Blogger het webloggen en YouTube het publiceren van video's.
De Open Education Database biedt nu al duizenden gratis cursussen van zo’n 1600 instituten aan. Middelbare scholieren worden juist aangesproken op dit gratis aspect: “An immediate benefit of enrolling in online courses or degree programs is saving on student travel and living expenses. Let’s face it, living with mom and dad for your first few years out of high school may not be be ideal, but in the end, not having to pay expensive rent at a dorm or apartment could save you and your parents thousands of dollars each year.”(bron: oedb.org) Er wordt verder in de tekst dan nog wel gewezen op het feit dat er nog steeds geen geen geaccrediteerde opleidingen worden aangeboden. Dat is - ook volgens prof. J. van Dijck (UVA) in een artikel van 8 december 2012 in de NRC - een probleem dat nog niet zo maar is opgelost. Zij ziet dat de universiteiten vooral aan het zoeken zijn naar nieuwe manieren van onderwijs en dat deze MOOCs de data leveren voor bestudering van het leergedrag van studenten. En uiteindelijk zal het natuurlijk ook betaald moeten worden en dan waarschijnlijk door advertentie-inkomsten.
De Open Education Database biedt nu al duizenden gratis cursussen van zo’n 1600 instituten aan. Middelbare scholieren worden juist aangesproken op dit gratis aspect: “An immediate benefit of enrolling in online courses or degree programs is saving on student travel and living expenses. Let’s face it, living with mom and dad for your first few years out of high school may not be be ideal, but in the end, not having to pay expensive rent at a dorm or apartment could save you and your parents thousands of dollars each year.”(bron: oedb.org) Er wordt verder in de tekst dan nog wel gewezen op het feit dat er nog steeds geen geen geaccrediteerde opleidingen worden aangeboden. Dat is - ook volgens prof. J. van Dijck (UVA) in een artikel van 8 december 2012 in de NRC - een probleem dat nog niet zo maar is opgelost. Zij ziet dat de universiteiten vooral aan het zoeken zijn naar nieuwe manieren van onderwijs en dat deze MOOCs de data leveren voor bestudering van het leergedrag van studenten. En uiteindelijk zal het natuurlijk ook betaald moeten worden en dan waarschijnlijk door advertentie-inkomsten.
Alle begin is moeilijk, maar de trend is gezet. Wat gaat dit alles nu betekenen voor het voortgezet onderwijs? Voor het VO hebben we natuurlijk nog de leerplicht en het diploma, maar de Kahn Academy, eigenlijk ook een MOOC, bestrijkt in Amerika ondertussen al bijna het hele curriculum van de middelbare school. En ook in Nederland speelt er toch het een en ander. “Toenmalig minister van onderwijs Ronald Plasterk lanceerde eind 2008 het nationaal programma Wikiwijs met als doel het gebruik van open leermaterialen in alle onderwijssectoren leidend te laten worden. Daarmee was Nederland het eerste land ter wereld dat de relevantie van Open Educational Resources (OER, open leermaterialen WV) voor het onderwijs in het publieke domein vertaalde in een nationale aanpak. De veronderstelling daarbij is dat open leermaterialen bijdragen aan een betere invulling van de verantwoordelijkheid van de overheid, namelijk het bevorderen en garanderen van de toegankelijkheid, de kwaliteit en de doelmatigheid van het onderwijs.”(Bron: blog Robert Schuwer)
In ons land werden de eerste open leermaterialen al in 2006 door de Open Universiteit gepubliceerd, in 2007 volgde de TU Delft en in 2010 de Universiteit Leiden. De belangrijkste reden voor (Nederlandse) onderwijsinstellingen om in te zetten op OER is (internationale) profilering. Andere motieven zijn het aantrekken van de juiste studenten en het bereiken van nieuwe doelgroepen (bron: Surfspace) Onderzoek uit 2012 maakt dit duidelijk.
Online cursussen kennen een breed spectrum aan werk- en overdrachtsvormen. Zo zijn er videocolleges van hoogleraren die aantrekkelijk en afwisselend zijn, zonder al te lange monologen en onderbroken door 'quizzes' en 'tutorials' waarmee getest wordt of studenten de stof begrepen hebben. Cursussen van de Khan Academy zitten vol game-elementen, beloningen en andere gimmicks (bv. Badges) die leren 'leuk' moeten maken. Naast kennisoverdracht zijn er meer 'sociale' onderwijsvormen: studenten kunnen elkaar helpen tijdens zogenaamde hangouts en groepsontmoetingen via Skype-achtige interfaces. Hier geven cursisten elkaar feedback of discussiëren over de stof, al dan niet samen met de docent. Online educatie wordt gepresenteerd als een vruchtbare combinatie van leren, entertainment en socialiseren, aldus van Dijck in de NRC van 8 December 2012. Dat is ook de aantrekkingskracht die deze vorm van onderwijs op jongeren heeft.
Kijk met een open blik naar deze ontwikkelingen, probeer niet direct af te wijzen en kijk ook of je zelf op ideeën wordt gebracht. In elk geval kunnen decanen in het voortgezet onderwijs zeer tevreden zijn met deze trend. Immers leerlingen kunnen een nu een vrij goed idee vormen van de studie waarvoor ze willen kiezen. Verkeerde keuzes kunnen nu misschien zelfs worden voorkomen. We weten, de keuze voor een onderwijsinstelling is voor velen een zeer belangrijke belissing. LinkedIn introduceerde met de verlaging van de leeftijd naar 16 jaar (Nederland) LinkedIn Universiteitspagina’s. Met deze nieuwe dienst, ook beschikbaar in het Nederlands, wil LinkedIn scholieren en studenten helpen in hun zoektocht naar een passende onderwijsinstelling of studie.
Zie ook: VIVES, nummer 135 (Mediatheek)