vrijdag 18 september 2015

Computer verbetert schoolprestaties niet

Wat kun je toch blij zijn met nieuws dat je goed uitkomt. “Slechtere schoolprestaties door meer computergebruik” kopt de NOS. ”Computer verbetert schoolprestaties niet” klinkt dan al weer minder heftig, maar ook deze constatering leidt nog steeds tot een brede glimlach bij veel docenten. Het een op een contact met de leerling is gered!
“Traditioneel prentenboek legt het af tegen voorlees-app” klinkt in deze optiek dan weer veel minder prettig. Beide koppen zijn echter afgeleid van wetenschappelijke onderzoeksresultaten. Onderzoek naar prentenboeken werd verricht door onderzoeker Zsofia Takacs, verbonden aan de Universiteit Leiden. Ze deed literatuuronderzoek en voerde experimenten uit en ontdekte zo dat bewegende illustraties, muziek en geluidseffecten kinderen helpen om de tekst beter te begrijpen. Het rapport dat ten grondslag ligt aan de eerste koppen, 'Students, Computers and Learning: Making The Connection', toont dat die landen die aanzienlijk investeerden in ICT in het onderwijs "geen enkele opvallende verbetering" lieten optekenen in de PISA-resultaten (PISA is een examen dat 15-jarigen afleggen in OESO-landen).

Voor mensen die nooit verder lezen dan de kop van een verhaal of studie lijkt alles behoorlijk in tegenspraak met elkaar, maar bedenk: het is maar journalistiek en het is in elk geval gelukt met deze koppen jullie aandacht te vangen. Terug naar de schoolprestaties en computers. Wie de moeite neemt om zich wat te verdiepen in de studie die de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) uitvoerde in 31 landen, van China, over Europa (ook Nederland), tot de VS. zal toch wel wat meer aanbevelingen tegenkomen dan de kop doet vermoeden. De conclusie staat in elk geval. Als elke leerling een basisniveau in begrijpend lezen en wiskunde bereikt, zal dat "in onze digitale wereld meer bijdragen tot gelijke kansen dan simpelweg de toegang tot hoogtechnologische apparaten en diensten te vergroten of te subsidiëren", concludeert de studie. Het woordje ‘simpelweg’ geeft eigenlijk het grote probleem aan dat in het onderwijs is opgetreden. Investeren in techniek zonder verandering van de didactiek en opleiding van docenten, heeft geen zin. De digitale didactiek wordt nog vaak niet goed toegepast om de voordelen van de technologie volledig te benutten. Technologie zo maar invoeren is nutteloos.
Daarnaast concludeert het rapport dat als games net zo slecht zouden zijn doordacht als onze educatieve software niemand ze zou spelen. De digitale vaardigheden van docenten én leerlingen worden ook stelselmatig overschat, zo stellen de onderzoekers verder. Dit leidt er mede toe dat de opbrengst van de investering zo matig is.

Het rapport is dus geen vrijbrief om de techniek de deur uit te doen, maar juist een aansporing om meer te investeren. Weliswaar niet in techniek, maar in mensen. Zo schrijft de OESO: “The findings must not lead to despair. We need to get this right in order to provide educators with learning environments that support 21st-century pedagogies and provide children with the 21st-century skills they need to succeed in tomorrow’s world. Technology is the only way to dramatically expand access to knowledge.”
“We have not yet become good enough at the kind of pedagogies that make the most of technology; that adding 21st-century technologies to 20th-century teaching practices will just dilute the effectiveness of teaching.”
Tot slot: “To deliver on the promises technology holds, countries will need a convincing strategy to build teachers’ capacity. And policy-makers need to become better at building support for this agenda. Last but not least, it is vital that teachers become active agents for change, not just in implementing technological innovations, but in designing them too.”
De kop boven de stroom tendentieuze artikelen had dus net zo goed kunnen zijn: "Lerarenopleidingen moeten docenten scholen in 21ste eeuwse vaardigheden”. Of : “Scholen hebben de plicht om leerlingen 21ste eeuwse vaardigheden bij te brengen.”

Om nog even terug te komen op het onderzoek van Zsofia Takacs. Uit de onderzoeken bleek dat normaal ontwikkelende kinderen digitale prentenboeken iets beter begrijpen en dat deze hun woordenschat verrijken. Bij kinderen die zwak zijn in taal, zoals veel migrantenkinderen, is het voordeel zelfs aanzienlijk. “Taalzwakke kinderen beter af met digitaal prentenboek” is dus eigenlijk een beter kop. Dat is dan ook de kop boven het artikel op de site van Artsen Jeugdgezondheidszorg Nederland.
En dit brengt ons bij een groot didactisch voordeel van ict: differentiëren. Ict is onmisbaar in de wens van leraren om meer te kunnen differentiëren in de klas. Snellere leerlingen krijgen uitdaging op maat, andere leerlingen krijgen persoonlijke uitleg bij moeilijke stof en extra oefenmateriaal. Dit stelt Toine Maes. Hij stelt verder - en ik ben het daar volledig mee eens: “Als we beter en slimmer willen leren met ict, moeten we beginnen met nadenken over de opbrengsten en wat die zouden moeten zijn. Dat is wat het rapport van de OESO ook zegt. Op basis van deze opbrengsten kunnen de juiste toepassingen voor de juiste leersituaties worden gekozen. Geen focus op meer technologie, maar een focus op de leerling, de leersituatie en de leraar die ermee gaat werken.”
Dat is ook een conclusie van Takacs. Zij “waarschuwt voor interactieve verhalen, waarbij een kind door het aanraken of verschuiven van dingen een effect oproept dat soms wel, maar vaak geen of slechts zijdelings verband houdt met het verhaal. ‘Dat leidt af en zorgt ervoor dat kinderen niet geconcentreerd kunnen luisteren.” En dus zouden app-ontwikkelaars de interactieve delen in voorleesapps volgens Takacs moeten mijden. “Ze moeten er rekening mee houden dat multitasken – spelen terwijl ze naar een verhaal luisteren – voor jonge kinderen erg lastig is.” (Bron: Universiteit Leiden)

Het onderwijs heeft dus behoefte aan beter ontwikkeld educatief materiaal en scholing van docenten. Verder heeft het onderwijs de plicht om leerlingen 21ste eeuwse vaardigheden bij te brengen. Leerlingen kunnen dat niet zelf in hun vrije tijd, iets waar we nu voor het gemak maar van uitgaan. Misschien blijkt techniek achteraf dan wel een zegen voor het onderwijs te zijn?

Wat kunnen we nu doen? En, wat gebeurt er al? De HAN bijvoorbeeld stelde het lectoraat Leren met ict in. De focus van het lectoraat Leren met ICT ligt op de beroepsvoorbereiding van aankomende leraren en op de ondersteuning van zittende leraren om ict op een zinvolle manier in te zetten voor het leren van de leerlingen. En zo zijn er ongetwijfeld meer initiatieven. Kijk ook eens op Digitaledidactiek.nl of  Reisgids Digitaal Leermateriaal.

En voor de fijnproevers onder ons. In de Mediatheek staan een drietal handboeken digitale didactiek voor jullie klaar. Aan de slag!

1 opmerking: