donderdag 7 januari 2016

Help! Mijn docent is digibeet

Onlangs hield onze school een enquête onder de docenten over het gebruik van ict in de klas en de (eventuele) wenselijkheid van uitbreiding van het netwerk door middel van Wifi. Helaas hebben slechts 44 docenten gereageerd en deze respondenten laten ook nog eens een zeer diffuus beeld zien. De antwoorden van individuele respondenten zijn vaak al met elkaar in tegenspraak. Als je bijvoorbeeld “ja” zegt op uitbreiding van het Wifi-netwerk en in een volgende vraag alleen bekabeld als voorkeur opgeeft, heb je de vragen, denk ik, niet goed begrepen. En dergelijke onduidelijkheden kwamen meerdere malen voor.
Op de vraag hoe we in de toekomst ons netwerk zouden moeten regelen als er meer en meer digitaal wordt gewerkt (digitaal eindexamen, digitale methodes) geeft 16% aan geen mening te hebben. “Ik heb het inzicht niet”, “Geen idee” en “Maakt niet uit” zijn hier geschreven opmerkingen in de kantlijn. De helft van de respondenten wil dat uitbreiding van het netwerk voor de lessen door middel van bekabeling plaatsvindt en 34% kiest voor Wifi.

Heel duidelijk kwam naar voren dat onze docenten in hun lespraktijk zeer weinig gebruik maken van ict. Er lijkt ook weinig bekendheid met allerhande apps en tools die gebruikt zouden kunnen worden in het onderwijs. En, nog belangrijker, het lijkt wel of zelfs het technisch taalgebruik al een behoorlijke blokkade vormt. Ik wees hierboven al op tegenstrijdige antwoorden. Netwerk, wifi, apps, het zijn termen die lang niet bij iedereen dezelfde beelden oproepen. Bij een vraag naar het gebruik van apps of tools in de les noemen heel veel docenten bijvoorbeeld YouTube. Bedoeld wordt dan vooral dat een video in de les wordt getoond. Interactiviteit met digitale middelen, bijvoorbeeld een interactieve kaart zelf maken voor gebruik op het digibord of een dergelijke kaart als opdracht door de leerlingen laten maken lijkt een brug te ver te zijn. Ik denk dat de meeste docenten niet eens de (digitale) mogelijkheden van allerhande tools kennen.
Leerlingen op onze school krijgen eigenlijk voornamelijk met interactieve media te maken bij de ochtendperiode Informatica. Gebruik van sociale media wordt in de enquête ook nauwelijks genoemd en blijft eigenlijk beperkt tot één docent. Enkele docenten gebruiken nog wel eens Classmarker of Kahoot (Quizmakers) waarbij de leerlingen door middel van hun mobiel kunnen antwoorden op een vraag die op het digibord of scherm getoond wordt. De resultaten verschijnen dan gelijktijdig op het digibord.
57,5% van de docenten gebruikt de smartphone, mobiel nooit in de les, 37,5% maandelijks, 2,5 % gebruikt de smartphone dagelijks en 2,5% wekelijks in de les. Ik kan die hoge score van 42,5% respondenten die in meer of mindere mate de smartphone in de les gebruiken niet verklaren. Deze bevindingen stroken ook niet helemaal met de andere antwoorden en de kleine groep respondenten die tools en apps in de les zeggen te gebruiken. Misschien geeft deze score het eigen gebruik weer?


Wat de reden is dat er niet veel gebruik van ict wordt gemaakt? Ongeveer een vijfde van de respondenten heeft deze vraag niet ingevuld. Ongeveer 42% vindt ict onvoldoende beschikbaar. Bij enkelen die aangeven dat er te weinig ict beschikbaar is, wordt aangegeven dat ze de leerlingen thuis laten werken aan de opdracht. Bijna 38% vindt het niet passen bij ons onderwijs. Enkelen missen scholing. Veel docenten geven aan dat ze het niet “altijd” vinden passen of dat het materiaal onvoldoende te gebruiken is, maar dat ze het toch wel op een of andere manier willen integreren. Anderen vinden dat boek en schrift genoeg bieden. Sommigen hebben het natuurlijk ook bij hun vak niet echt nodig (bv. toneel). Vreemd is dan weer wel dat sommigen die het niet passend vinden voor ons onderwijs wel aangeven dat er onvoldoende ICT is en soms laten ook deze personen de leerlingen thuis digitale opdrachten uitvoeren(?).

Wordt er zelf digitaal lesmateriaal ontwikkeld? Bijna een derde van de respondenten heeft hier niets ingevuld. De volgende toevoegingen zijn gegeven: “Er is al genoeg op internet, hoef ik niet zelf te maken”. “Ik gebruik mijn eigen stencils”. “Ik heb nooit een lokaal met digibord”. “Ik vind het niet zo veel toevoegen”. Of: “Ik vind het nog niet zo belangrijk”. 18% heeft hier ingevuld het niet belangrijk te vinden. Ongeveer 34% heeft geen tijd om zich hierin te verdiepen. Sommigen missen faciliteiten Ondanks deze laatste score is er maar een zeer beperkt percentage dat scholing mist. De drang om deze houding te veranderen is dus niet acuut.

Nu rest de vraag: zijn wij uniek? “Help! Mijn docent is digibeet” kopte eind 2015 De Stentor. Een op de vijf middelbare scholieren vindt dat zijn docenten niet goed met ict omgaan. Leraren kunnen een YouTubefilmpje niet opstarten of weten niet hoe een digitaal schoolbord werkt. Het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS) opent daarom het meldpunt Help! Mijn docent is digibeet. Uit onderzoek onder 66.000 scholieren blijkt dat minder dan de helft tevreden is over de digitale vaardigheden van hun docenten. Ze zien hoe hun leraar een ict-collega moet roepen omdat hij het geluidsknopje niet kan vinden. Of tablets uitdeelt in de klas, zonder te weten hoe die de lessen kunnen verbeteren. Het LAKS bundelt ze en biedt de uitkomsten aan de lerarenopleidingen en schoolbesturen aan. ”We gaan geen leraren afbranden of opbellen, maar willen ze wel de mening van de leerlingen meegeven. Die weten het beste wat goed en fout gaat in de klas”, verklaart LAKS-voorzitter Andrej Josic.
Er is sinds 2013 niet veel veranderd. Toen vonden ruim vier op de tien middelbare scholieren (43%) de meeste van hun leraren niet echt ICT-bekwaam, omdat ze niet goed om kunnen gaan met een digitaal schoolbord of een iPad. Aan dit 1Vandaag Jongerenpanel deden toen 1.122 scholieren mee.

Twee leden van de Digiraad brengen in een interview de visie van jongeren naar voren over Mediawijsheid in de toekomst. Een van de geïnterviewden geeft aan dat na al die jaren internet en ict het onderhand wel eens soepel zou mogen lopen op school. Een leraar die niet weet hoe het digibord werkt kan niet meer. De leerlingen geven m.i. in dit interview in VIVES 147 (november 2015) precies aan waar het hem schort: “Ik zou willen dat minder handige leraren daar (digitale lessen WV) echt voor open zouden staan en ook soms durven beslissen. Ik denk dat je nieuwe vaardigheden het beste oppakt door het vaker toe te passen. Iedereen op cursus is niet genoeg.” Er zouden volgens Vivianne (18) op school groepjes leraren gevormd kunnen worden, waarbij de handige leraren de anderen helpen. Ik ben het geheel met haar eens en biedt me hierbij ook direct aan.
Het LAKS hoopt daarentegen wel dat schoolbesturen het personeel bijvoorbeeld naar goede cursussen stuurt. Josic: ,,De nieuwe garde krijgt waarschijnlijk al les over ict op de pabo's. We hopen dat ook de oudere docenten zich laten bijspijkeren, zodat de lessen beter worden.'' Josic valt hiermee m.i. een beetje in de valkuil van het te positief beoordelen van het gedrag van jongere docenten. Natuurlijk, de jonge docenten hebben allemaal een smartphone, maar kunnen ze daarom ook goed lesgeven met digitale middelen? Dat dit nog steeds een item is bewijst de volgende kop: “Pas afgestudeerde basisschoolleraren weten vaak niet hoe ze ict moeten inzetten in de les. Doen pabo’s nog steeds te weinig aan het vergroten van ict-geletterdheid? Of ligt het aan de studenten zelf?” Deze vraag stelt Kennisnet eind 2015 in een artikel aan een aantal professionals.

Ik hoop dat de Vrijeschool Zutphen in 2016 aan de slag gaat met het verder op peil brengen van de ict-kennis van de medewerkers. Ik hoop ook dat wij daarbij - hoe belangrijk ook - niet alleen gaan inzetten op knoppenkennis, maar juist vanuit de praktijk tools gaan inzetten. Je kunt namelijk pas echt de (vermeende) toegevoegde waarde van ict beoordelen als je zelf aan de slag gaat. Dat kan m.i. het best in groepjes docenten die gewoon gaan oefenen met digitale tools en vanuit good practices elkaar stimuleren. Vanuit het OOP (ict, mediacoach) is er voldoende kennis aanwezig om dit proces te ondersteunen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten